ECLI:NL:HR:2003:AK3456

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
38655
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • D.G. van Vliet
  • P. Lourens
  • C.B. Bavinck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over aanslag premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en aftrekbaarheid verhuiskosten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 september 2003 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 6 september 2002, nr. BK-01/00126, betreffende een aanslag in de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. De belanghebbende had voor het jaar 1998 een aanslag opgelegd gekregen op basis van een premie-inkomen van ƒ 90.139. Na bezwaar werd deze aanslag verminderd tot ƒ 41.485. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de belanghebbende cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de klacht van de belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat de uitspraak van het Hof juist was. De Hoge Raad oordeelde dat wanneer twee ondernemers gezamenlijk kosten maken, het totaal van deze kosten niet meer dan het totaal van de gemaakte kosten ten laste van de winst kan worden gebracht. Dit is in lijn met de Memorie van Toelichting van het wetsvoorstel waarbij artikel 8b van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 is ingevoerd. De wetgever had de bedoeling om de omvang van de bij een verhuizing in aanmerking te nemen kosten te beperken tot de kosten van de overbrenging van de inboedel plus een maximum van ƒ 12.000.

De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken en de uitspraak is aan het arrest gehecht.

Uitspraak

Nr. 38.655
12 september 2003
EC
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 6 september 2002, nr. BK-01/00126, betreffende na te melden aanslag in de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is voor het jaar 1998 een aanslag in de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen opgelegd naar een premie-inkomen van ƒ 90.139, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is verminderd tot een aanslag naar een premie-inkomen van ƒ 41.485.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep
gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbend heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
3. Beoordeling van de klacht
3.1. Het Hof heeft geoordeeld dat in geval twee ondernemers samen één huishouding vormen, bij hun verhuizing de forfaitaire verhuiskostenaftrek bedoeld in artikel 8b, lid 2, aanhef en letter a, sub 1, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna: de Wet), niet in zijn geheel toekomt aan elk van de ondernemers.
3.2. De klacht die van een andere opvatting uitgaat, faalt.
Indien twee ondernemers gezamenlijk kosten maken, zal door hen in totaal niet meer dan het totaal van deze kosten ten laste van de winst worden gebracht. In de Memorie van Toelichting van het wetsvoorstel waarbij artikel 8b van de Wet is ingevoerd, is dit artikel als volgt toegelicht:
"De kosten en lasten ter zake van een verhuizing van de ondernemer worden, afgezien van transportkosten van de inboedel, in het tweede lid, onderdeel a, onder 1e, gemaximeerd op ƒ 12.000. De woorden "ten hoogste" geven aan dat eerst duidelijk moet zijn of, en zo ja, in hoeverre, van ter zake van een verhuizing aftrekbare kosten sprake is. Is eenmaal vastgesteld dat het dergelijke kosten betreft, dan zijn deze tot het plafond van ƒ 12.000 aftrekbaar" (Kamerstukken II 1988/89, 20 874, nr. 3. blz. 13).
Blijkens deze toelichting, die in de verdere behandeling van het wetsvoorstel niet is weersproken, was het de bedoeling van de wetgever de omvang van de bij een verhuizing in aanmerking te nemen kosten te beperken en wel tot maximaal de kosten van de overbrenging van de inboedel vermeerderd met f 12.000. Daarom is in een geval als het onderhavige, waarin twee - tot één huishouding behorende - ondernemers gezamenlijk verhuizen, de door hen in totaal in aanmerking te nemen aftrek tot vermeld maximum beperkt. De uitspraak van het Hof is mitsdien juist.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en C.B. Bavinck, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2003.