ECLI:NL:HR:2003:AK3499
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en zelfstandigenaftrek voor commanditaire vennoten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 26 juli 2002, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 59.230 en werd na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, wat leidde tot het cassatieberoep.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onterecht heeft geoordeeld over de toepassing van de urennorm voor de zelfstandigenaftrek. Het Hof had gesteld dat de urennorm per onderneming geldt, terwijl de Hoge Raad concludeert dat deze norm per ondernemer moet worden toegepast. Dit betekent dat als een belastingplichtige meerdere ondernemingen drijft, de urennorm voor al deze ondernemingen gezamenlijk moet worden beoordeeld. De Hoge Raad verwijst naar de wetsgeschiedenis die deze interpretatie ondersteunt.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De Hoge Raad gelast ook dat de Staat het griffierecht van € 82 vergoedt aan belanghebbende.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de urennorm bij de zelfstandigenaftrek en de mogelijkheid voor commanditaire vennoten om in aanmerking te komen voor deze aftrek, afhankelijk van hun totale uren besteed aan ondernemingen.