ECLI:NL:HR:2003:AL6171
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid van tankstationhouders onder het Besluit tankstations milieubeheer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 november 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1953 en woonachtig te [woonplaats], was eigenaar van een tankstation en werd door het Hof veroordeeld voor het niet naleven van voorschriften uit het Besluit tankstations milieubeheer. Het Hof had eerder een vonnis van de Economische Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Groningen vernietigd en de verdachte een geldboete van € 2.495,-- opgelegd, subsidiair dertig dagen hechtenis. De verdachte stelde beroep in cassatie in, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G. Meijer.
De Hoge Raad beoordeelde de middelen van cassatie die door de verdachte waren ingediend. Het eerste middel werd verworpen zonder nadere motivering, omdat het geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelde. Het tweede middel richtte zich tegen de kwalificatie van de verdachte als 'degene die een tankstation drijft' volgens artikel 3 van het Besluit tankstations milieubeheer. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte de eigenaar was van het tankstation en alle activiteiten ondernam om het tankstation te realiseren, inclusief het geven van opdrachten voor noodzakelijke installaties.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de verdachte voldoende zeggenschap had over het tankstation om als 'degene die een tankstation drijft' te worden aangemerkt. De Hoge Raad concludeerde dat geen van de ingediende middelen tot cassatie kon leiden en dat er geen gronden waren voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak. Het beroep werd derhalve verworpen.