ECLI:NL:HR:2003:AL8441
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- F.H. Koster
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1967 en woonachtig in Duitsland, was eerder veroordeeld door de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Maastricht voor overtreding van artikel 8, tweede lid, aanhef, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994. De straf bestond uit twee weken gevangenisstraf, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en een geldboete van € 450,-, subsidiair achttien dagen hechtenis, met daarnaast een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van negen maanden.
De verdachte heeft zijn cassatieberoep ingesteld, maar de Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in zijn cassatieberoep. De Hoge Raad heeft vervolgens kennisgenomen van het schriftelijk commentaar van de raadsman op deze conclusie. De Hoge Raad oordeelt dat voor onderzoek door de cassatierechter alleen middelen van cassatie in aanmerking komen die voldoen aan de eisen van artikel 437 van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
In dit geval voldeed het ingediende faxbericht niet aan de vereisten, omdat het niet duidelijk aangaf tegen welke beslissing van het Hof de klacht was gericht en het geen stellige en duidelijke klacht bevatte over de schending van een rechtsregel of het verzuim van een toepasselijk vormvoorschrift. Aangezien de verdachte niet binnen de wettelijke termijn een schriftuur met middelen van cassatie heeft ingediend, is niet voldaan aan het voorschrift van artikel 437, tweede lid, Sv. Hierdoor kon de verdachte niet in het beroep worden ontvangen.
De Hoge Raad heeft uiteindelijk de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het beroep, en dit arrest is uitgesproken op 18 november 2003 door de vice-president en de raadsheren in aanwezigheid van de griffier.