ECLI:NL:HR:2003:AN9563

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 december 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
38900
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • D.G. van Vliet
  • P. Lourens
  • J.W. van den Berge
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vergoeding van proceskosten in cassatie door X B.V. na intrekking van het beroep door de Staatssecretaris van Financiën

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 december 2003 uitspraak gedaan op een verzoek van X B.V. te Z, gericht op vergoeding van proceskosten in verband met een cassatieprocedure. Het verzoek volgde op de intrekking door de Staatssecretaris van Financiën van het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 10 september 2002. De zaak betrof een uitnodiging tot betaling van douanerechten die aan de belanghebbende was gedaan.

X B.V. verzocht de Staatssecretaris te veroordelen in de kosten van de cassatieprocedure, tot een bedrag van € 674,85. De Staatssecretaris heeft hierop een verweerschrift ingediend, waarin hij concludeerde tot afwijzing van het verzoek. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat belanghebbende geen proceshandelingen heeft verricht zoals vermeld in de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Aangezien de Staatssecretaris het beroepschrift in cassatie had ingetrokken voordat dit was gemotiveerd, was het voor belanghebbende redelijkerwijs niet mogelijk om andere kosten te maken in verband met de behandeling van het beroep in cassatie. De Hoge Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren voor inwilliging van het verzoek tot vergoeding van proceskosten.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het verzoek van X B.V. afgewezen. Dit arrest is uitgesproken door de raadsheer D.G. van Vliet als voorzitter, samen met de raadsheren P. Lourens en J.W. van den Berge, en in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.

Uitspraak

Nr. 38.900
5 december 2003
AF
gewezen op na te melden verzoek van X B.V. te Z
1. Verzoek
Na de intrekking door de Staatssecretaris van Financiën van het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 september 2002, nr. 00/90098 DK, betreffende een aan belanghebbende gedane uitnodiging tot betaling van douanerechten heeft belanghebbende het verzoek gedaan de Staatssecretaris te veroordelen in de kosten in verband met de behandeling van het geding in cassatie, tot een bedrag van € 674,85.
De Staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend waarin hij concludeert tot afwijzing van het verzoek.
2. Beoordeling van het verzoek
Belanghebbende heeft geen proceshandelingen verricht als genoemd in de lijst (A) van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht. Nu de Staatssecretaris het beroepschrift in cassatie heeft ingetrokken voordat het beroepschrift was gemotiveerd behoefde belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep in cassatie redelijkerwijs nog geen andere kosten te maken. De Hoge Raad acht derhalve geen termen aanwezig voor inwilliging van het verzoek.
3. Beslissing
De Hoge Raad wijst het verzoek af.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2003.