ECLI:NL:HR:2003:AN9563
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vergoeding van proceskosten in cassatie door X B.V. na intrekking van het beroep door de Staatssecretaris van Financiën
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 december 2003 uitspraak gedaan op een verzoek van X B.V. te Z, gericht op vergoeding van proceskosten in verband met een cassatieprocedure. Het verzoek volgde op de intrekking door de Staatssecretaris van Financiën van het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 10 september 2002. De zaak betrof een uitnodiging tot betaling van douanerechten die aan de belanghebbende was gedaan.
X B.V. verzocht de Staatssecretaris te veroordelen in de kosten van de cassatieprocedure, tot een bedrag van € 674,85. De Staatssecretaris heeft hierop een verweerschrift ingediend, waarin hij concludeerde tot afwijzing van het verzoek. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat belanghebbende geen proceshandelingen heeft verricht zoals vermeld in de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht.
Aangezien de Staatssecretaris het beroepschrift in cassatie had ingetrokken voordat dit was gemotiveerd, was het voor belanghebbende redelijkerwijs niet mogelijk om andere kosten te maken in verband met de behandeling van het beroep in cassatie. De Hoge Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren voor inwilliging van het verzoek tot vergoeding van proceskosten.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het verzoek van X B.V. afgewezen. Dit arrest is uitgesproken door de raadsheer D.G. van Vliet als voorzitter, samen met de raadsheren P. Lourens en J.W. van den Berge, en in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.