ECLI:NL:HR:2004:AF7517

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
37043
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.G. Pos
  • L. Monné
  • P.J. van Amersfoort
  • A.R. Leemreis
  • C.J.J. van Maanen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over rioolrechten en heffing afvoerrecht van grote lozers in de gemeente Eindhoven

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 21 december 2000, betreffende aanslagen in de rioolrechten van de gemeente Eindhoven. Voor het jaar 1996 zijn aan belanghebbende, die gebruikmaakt van dertien op de gemeentelijke riolering aangesloten eigendommen, dertien verenigde aanslagen opgelegd voor het afvoeren van afvalwater. Deze aanslagen, ter hoogte van in totaal ƒ 3.204.880, zijn na bezwaar gehandhaafd door het hoofd van de afdeling Belastingen van de gemeente Eindhoven. Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van het Hoofd heeft bevestigd. Vervolgens heeft belanghebbende cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.

De zaak is behandeld door de Hoge Raad, waarbij de advocaat van belanghebbende, mr. J.H. Sassen, en de advocaten van het College, mr. R.L.H. IJzerman en mr. S. Sierksma, de zaak hebben toegelicht. De Advocaat-Generaal J.W. Ilsink heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft de middelen van belanghebbende beoordeeld en deze verworpen op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest van dezelfde datum, nummer 37041, tussen dezelfde partijen.

De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 10 december 2004 door de vice-president A.G. Pos, samen met de raadsheren L. Monné, P.J. van Amersfoort, A.R. Leemreis en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.

Uitspraak

Nr. 37.043
10 december 2004
MvA
gewezen op het beroep in cassatie van X B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 21 december 2000, nr. 97/21300, betreffende na te melden aanslagen in de rioolrechten van de gemeente Eindhoven.
1. Aanslagen, bezwaar en geding voor het Hof
Voor het jaar 1996 zijn aan belanghebbende, gebruikster van dertien op de gemeentelijke riolering aangesloten eigendommen, dertien op één aanslagbiljet verenigde aanslagen in het recht voor het afvoeren van afvalwater op de gemeentelijke riolering van de gemeente Eindhoven opgelegd ten bedrage van in totaal ƒ 3.204.880, welke aanslagen, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van het hoofd van de afdeling Belastingen van de dienst Bestuursondersteuning van de gemeente Eindhoven (hierna: het Hoofd) zijn gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van het Hoofd bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben de zaak doen toelichten, belanghebbende door mr. J.H. Sassen, advocaat te Arnhem, het College door mr. R.L.H. IJzerman en mr. S. Sierksma, advocaten te 's-Gravenhage.
De Advocaat-Generaal J.W. Ilsink heeft op 11 maart 2003 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
De advocaat van belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen falen op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 37041 tussen dezelfde partijen uitgesproken arrest van de Hoge Raad.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos als voorzitter, en de raadsheren L. Monné, P.J. van Amersfoort, A.R. Leemreis en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2004.