ECLI:NL:HR:2004:AN7822
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake de vordering tot betaling door een fruitbedrijf
In deze zaak heeft eiseres, een fruitbedrijf, op 31 juli 1998 verweerster, Bocchi Fruit Trade Benelux B.V., gedagvaard voor de rechtbank te Rotterdam. Eiseres vorderde een betaling van ƒ 241.920,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 26 juni 1998. De rechtbank heeft op 2 december 1999 in het voordeel van eiseres geoordeeld en Bocchi veroordeeld tot betaling van een bedrag van ƒ 241.920,--, vermeerderd met wettelijke rente over ƒ 230.400,--. Bocchi heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 16 april 2002 het vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en de vordering van eiseres heeft afgewezen. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Bocchi zijn begroot op € 2.926,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 30 januari 2004 door de raadsheer A. Hammerstein.