ECLI:NL:HR:2004:AN8150
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Uitlegging van een nadere verklaring omtrent het voorwerp van beroep inzake uitnodigingen tot betaling van invoerrecht, omzetbelasting en landbouwheffingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 mei 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over uitnodigingen tot betaling van invoerrecht, omzetbelasting en landbouwheffingen. De belanghebbende, X B.V., vertegenwoordigd door de curator in haar faillissement, had op 20 mei 1996 een uitnodiging tot betaling ontvangen van de Inspecteur, waarin bedragen van f 210,50, f 48.193,70 en f 503.406,10 waren vermeld. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur een gedeeltelijke toewijzing gedaan, waarbij een bedrag van f 54.457,20 aan landbouwheffingen en f 5305,90 aan omzetbelasting werd teruggegeven.
De belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij de Tariefcommissie, die op haar beurt is opgevolgd door het Hof. Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd voor zover deze betrekking had op douanerechten, en de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep tegen de begeleidende brief van de Inspecteur. De uitnodiging tot betaling van f 210,50 aan douanerechten werd verminderd tot nihil, terwijl het beroep inzake omzetbelasting niet-ontvankelijk werd verklaard. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de belanghebbende cassatie ingesteld. De Advocaat-Generaal J.A.C.A. Overgaauw heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot verwijzing van de zaak naar het Hof. De Hoge Raad heeft de middelen van de belanghebbende beoordeeld en geoordeeld dat de begeleidende brief bij de uitnodigingen tot betaling geen zelfstandige beschikking inhoudt, maar deel uitmaakt van de uitnodigingen zelf. De Hoge Raad heeft de klacht van de belanghebbende verworpen en geoordeeld dat het Hof zijn oordeel voldoende heeft gemotiveerd.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Deze uitspraak bevestigt de uitleg van het Hof en onderstreept het belang van de juiste interpretatie van uitnodigingen tot betaling in het bestuursrecht.