ECLI:NL:HR:2004:AN8656
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag dividendbelasting en toepassing van belastingverdrag Nederland-Zwitserland
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X N.V. te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 maart 2002, betreffende een naheffingsaanslag in de dividendbelasting voor het jaar 1996. De naheffingsaanslag was opgelegd naar een opbrengst van ƒ 3.900.000 met een tarief van 25 procent, waarbij de Inspecteur kwijtschelding verleende tot 50 procent. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag heeft het Hof het beroep gegrond verklaard voor het kwijtscheldingsbesluit, maar ongegrond voor het overige, en de verhoging kwijtgescholden tot ƒ 146.250. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de belanghebbende samen met E N.V. de top van de A-groep vormt, die zich bezighoudt met aannemerij en projectontwikkeling. Tijdens een boekenonderzoek door de Inspecteur werd een factuur van E N.V. aan belanghebbende aangetroffen, die niet strookte met de werkelijkheid. Het Hof oordeelde dat belanghebbende het bedrag van de factuur onverplicht en welbewust had betaald, met het oog op de bevoordeling van een vennootschap van haar aandeelhouders.
Met betrekking tot het toegepaste tarief van de dividendbelasting oordeelde het Hof dat de verlaging van het tarief, zoals voorzien in het belastingverdrag tussen Nederland en Zwitserland, alleen door de aandeelhouder kan worden verzocht bij de fiscale autoriteiten van zijn woonland. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de naheffingsaanslag niet met vrucht kan worden bestreden op basis van het verdrag. Ook het oordeel van het Hof dat de belanghebbende grove schuld kan worden verweten, werd door de Hoge Raad onderschreven. De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.