ECLI:NL:HR:2004:AO2781
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake BMA Nederland B.V. tegen Lalesse B.V. over vorderingen in conventie en reconventie
In deze zaak heeft BMA Nederland B.V., als rechtsopvolgster van [A] B.V., Lalesse B.V. gedagvaard voor de rechtbank te Arnhem. De eiseres vorderde primair een betaling van ƒ 2.250.000,-- en subsidiair een bedrag van ƒ 300.000,-- als gederfde marge op leveringen van Electrolux Lalesse B.V. producten. Lalesse B.V. heeft de vordering bestreden en in reconventie een bedrag van ƒ 10.133,23 gevorderd, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft beide vorderingen afgewezen in een eindvonnis op 11 november 1999. BMA Nederland heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 16 juli 2002 de vonnissen van de rechtbank heeft bekrachtigd. Hierop heeft BMA Nederland cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en BMA Nederland veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 4.607,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.