ECLI:NL:HR:2004:AO3147
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie van A N.V. tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake vennootschapsbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 april 2004 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van A N.V. (voorheen X N.V.) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 16 januari 2002, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1992. De aanslag was oorspronkelijk opgelegd door de Inspecteur, maar na bezwaar was deze verminderd tot een belastbaar bedrag van ƒ 7.955.930. A N.V. ging in beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur, maar het Hof verklaarde het beroep ongegrond. Hierop heeft A N.V. cassatie ingesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, waarop A N.V. schriftelijk heeft gereageerd. De Advocaat-Generaal Th. Groeneveld heeft op 24 december 2003 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen van A N.V. beoordeeld, maar deze konden niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep ongegrond verklaard, en dit arrest is openbaar uitgesproken op 2 april 2004.