ECLI:NL:HR:2004:AO3166
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- J.C. van Oven
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslagen afvalstoffenheffing en rioolrecht gemeente Hellendoorn
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 11 november 2002, betreffende de verminderingsbeschikking van aanslagen in de afvalstoffenheffing en het rioolrecht van de gemeente Hellendoorn voor het jaar 1999. De gemeente had bij beschikking van 28 september 1999 de aanslagen verminderd, maar deze beslissing werd door het hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Hierop volgde een beroep bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de belastingplicht van belanghebbende eindigde op 6 augustus 1999, de datum waarop de huur van zijn woning in Q eindigde. Het Hof had ten onrechte geoordeeld dat belanghebbende ook voor de maand augustus belastingplichtig was, omdat de huur nog enkele dagen liep. De Hoge Raad concludeerde dat de omstandigheden niet voldoende waren om te spreken van feitelijk gebruik van de woning in augustus.
De Hoge Raad gelastte tevens dat de gemeente Hellendoorn het griffierecht van € 82 aan belanghebbende vergoedt. De proceskosten worden door het verwijzingshof beoordeeld. Dit arrest is gewezen door de raadsheer L. Monné als voorzitter, en de raadsheren J.C. van Oven en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en is openbaar uitgesproken op 6 februari 2004.