ECLI:NL:HR:2004:AP0428
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het cassatieberoep in de zaak Mareb Shipping B.V. en Sandoval Shipping B.V. tegen Motorschip 'Jehan' C.V.
In deze zaak, die voor de Hoge Raad der Nederlanden is behandeld, gaat het om de ontvankelijkheid van het cassatieberoep van Mareb Shipping B.V. en Sandoval Shipping B.V. tegen Motorschip 'Jehan' C.V. De zaak is ontstaan uit een geschil dat begon met een dagvaarding door Jehan c.s. in 1997, waarbij zij vorderingen hebben ingesteld tegen Mareb c.s. voor de rechtbank te Zutphen. De rechtbank heeft in 2001 een vonnis gewezen waarin de vorderingen van Jehan c.s. deels zijn afgewezen en de zaak is naar de rol verwezen voor verdere behandeling. Mareb c.s. hebben hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat in 2003 de eerdere vonnissen heeft bekrachtigd en de zaak ter verdere afdoening heeft verwezen naar de rechtbank.
Mareb c.s. hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld aan de hand van de nieuwe wetgeving die op 1 januari 2002 in werking is getreden. De Hoge Raad concludeert dat de tussenarresten van het hof niet definitief zijn en dat het cassatieberoep tegen deze arresten niet ontvankelijk is, omdat dit beroep pas tegelijk met het eindarrest kan worden ingesteld. De Hoge Raad verklaart Mareb c.s. niet-ontvankelijk in hun cassatieberoep en veroordeelt hen in de proceskosten van het geding in cassatie.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen in het civiele procesrecht en de gevolgen van de inwerkingtreding van nieuwe wetgeving voor de mogelijkheid om in cassatie te gaan. De uitspraak is gedaan door de Hoge Raad op 9 juli 2004, met de raadsheren J.B. Fleers als voorzitter, P.C. Kop en E.J. Numann, en openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.