ECLI:NL:HR:2004:AP6514
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Verhouding tussen het SV-Verdrag Nederland en de VS en de premie volksverzekeringen voor inkomsten uit de VS
In deze zaak gaat het om de vraag of de belanghebbende, die in 1996 een grafische ontwerpstudio had in Nederland, vrijgesteld is van premie volksverzekeringen over het inkomen dat hij verwierf vanuit de Verenigde Staten. De belanghebbende ontving een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van de Inspecteur, die deze aanslag bevestigde na een bezwaar dat niet-ontvankelijk werd verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof, dat het beroep gegrond verklaarde en de aanslag bevestigde. Hierop heeft de belanghebbende cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de belanghebbende in 1996 inwoner van Nederland was en dat hij inkomsten had verworven vanuit de VS. De belanghebbende stelde dat hij op basis van artikel 10, lid 1, van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden 1989 (BUB 1989) niet premie volksverzekeringen verschuldigd was over zijn Amerikaanse inkomen. Het Hof oordeelde echter dat deze bepaling in strijd was met artikel 8 van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en de VS, en dat het Verdrag prevaleerde. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de strijdigheid van de Nederlandse wetgeving met het Verdrag niet kon worden ingeroepen door de belanghebbende.
De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de belanghebbende niet kon worden uitgezonderd van de premieplicht. De proceskosten werden niet toegewezen. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 3 december 2004.