ECLI:NL:HR:2004:AR2393
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen de uitvoeringsinstelling werknemersverzekeringen inzake schadevergoeding en aansprakelijkheid
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], de rechtsvoorgangers van de uitvoeringsinstelling werknemersverzekeringen (UWV) gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam. Eiser vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de rechtsvoorgangers van UWV aansprakelijk zijn voor de door hem geleden schade als gevolg van onrechtmatig handelen. Daarnaast vorderde hij dat UWV een deugdelijke schriftelijke verklaring zou verstrekken en dat zij hem zou vergoeden voor gemaakte buitengerechtelijke kosten. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser bij eindvonnis van 12 september 2001 afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat het vonnis heeft bekrachtigd in een arrest van 20 maart 2003. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en heeft het beroep verworpen. Eiser is in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van UWV zijn begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Het arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 19 november 2004.