g. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaren J. Udo en A. Harks, voorzover inhoudende als relaas van de verbalisanten dan wel van een van hen:
"De verdachten beschikten over informatie waaruit bleek in welk gedeelte van [plaats B] zij de aangeefster wellicht konden vinden en in welk stadsdeel zij woonachtig zou zijn.
Er werd door de verdachten een verhuisbericht verzonden aan de P.T.T. met het kennelijke doel de post van de aangeefster op een ander adres te doen ontvangen om aldus inzage te krijgen in de woon- of verblijfplaats van de aangeefster. De verdachten verkregen informatie van de Postbank met betrekking tot door de aangeefster gedane betalingen en in
welke plaats betalingen werden gedaan waaruit kon worden geanalyseerd in welke plaats de aangeefster zich zou bevinden. Uit politiedocumentatie blijkt dat medio maart 1999 door de broers van de aangeefster werd verteld dat haar moeder in Marokko op sterven lag. Hetzelfde verhaal zou een jaar daarvoor reeds gehanteerd worden. Ook heden, medio februari 2000, wordt nog steeds door de broers verteld dat de moeder op sterven zou liggen dan wel ernstig ziek zou zijn. De verdachte [medeverdachte] bleek na zijn aanhouding in het bezit te zijn van de thans inbeslaggenomen identiteitskaart van de aangeefster. Uit het geautomatiseerde computersysteem van de politie Kennemerland zijn de volgende feiten en omstandigheden in relatie tot het feit waarvoor verdachten op 24 februari 2000 zijn aangehouden bekend geworden:
Mutatie nummer: 00-223 67 d.d. 15 februari 2000 / 20.31 uur
[Betrokkene 1] en de aangeefster [slachtoffer] melden zich aan het politiebureau [plaats B] omdat gebleken was dat het nieuwe adres van de aangeefster door middel van een adreswijziging werd veranderd in het adres [a-straat 1] te [woonplaats] (adres van de verdachte [verdachte]). De aangeefster stuurde nimmer een adreswijziging naar de Postbank en/of P.T.T.
Mutatie nummer: 99-031103 d.d. 03 maart 1999/ 22.29 uur
Door de politie werd assistentie verleend bij een gesprek tussen 2 broers van de aangeefster en een vriend van de aangeefster ([betrokkene 1]). De aangeefster werd na dit gesprek overgebracht naar een veilig adres en was zelf niet bij dit gesprek aanwezig.
Mutatie nummer: 99-031103 d.d. 4 maart 1999/ 02.00 uur
In deze mutatie wordt gesteld dat er nog steeds een reëel gevaar zou bestaan voor ontvoering van de aangeefster door haar familie. Reeds langdurig wordt het verhaal verteld dat de moeder van de aangeefster op sterven zou liggen. Zie ook de hierboven weergegeven opsomming van feiten.
Mutatie nummer 99-031813 d.d. 5 maart 1999/ 11.20 uur
[Betrokkene 1] meldt telefonisch bij de toenmalig uitvoerend teamchef van Basisteam [plaats B] dat hij telefonisch wordt bedreigd vanuit Marokko en voorts dat de familie van de aangeefster steeds vaker door zijn straat zou rijden.
Mutatie nummer: 99-031813 d.d. 9 maart 1999 / 16.30 uur
De politie heeft bemiddeld in een gesprek tussen de broers van aangeefster en de aangeefster. Dit gesprek vond niet plaats in persoon maar via de intercom. De aangeefster heeft hierbij aangegeven geen contact meer te willen met de familie.
Mutatie nummer: 99-031813 d.d. 8 maart 1999/ 18.30 uur
[Betrokkene 1] meldt weer benaderd te zijn door familie uit Marokko omtrent de verdwijning van aangeefster. De politie heeft hierin adviserend opgetreden.
Mutatie nummer: 99-032575 d.d. 6 maart 1999/ 21.47 uur
De familie van de aangeefster zou volgens verklaring van [betrokkene 1] 2 maal bij hem aan de deur zijn verschenen. [Betrokkene 1] deelde toen mede dat de familie hierbij enigszins bedreigend overkwam en dat hij moest vertellen waar de aangeefster zich bevond, want anders.... De familie van betrokkene zou regelmatig door de straat waarin [betrokkene 1] woonachtig is rijden."