ECLI:NL:HR:2005:AR5403

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 januari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R03/116HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • P. Neleman
  • H.A.M. Aaftink
  • D.H. Beukenhorst
  • O. de Savornin Lohman
  • E.J. Numann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van eerdere beschikkingen inzake handelsnaamrecht en merkrechten tussen AYK SUNCENTRE SERVICE B.V. en AYK SUNCENTER BENELUX B.V.

In deze zaak gaat het om een geschil tussen verschillende rechtspersonen die betrokken zijn bij het gebruik van de handelsnaam 'Ayk Suncentre'. De verzoekers tot cassatie, waaronder AYK SUNCENTRE SERVICE B.V. en AYK SUNCENTRE SERVICE GMBH, hebben de Hoge Raad verzocht om de eerdere beschikkingen van de rechtbank te Arnhem te vernietigen. De zaak begon met een verzoekschrift dat op 10 december 1996 werd ingediend bij het kantongerecht te Arnhem, waarin de verzoekers verzochten om een wijziging van de handelsnaam van AYK SUNCENTER BENELUX B.V. (ASB) wegens schending van de Handelsnaamwet. ASB heeft het verzoek bestreden en een tegenverzoek ingediend, waarin zij vroeg om de verzoekers te bevelen de schending van de Handelsnaamwet te staken.

De kantonrechter heeft op 26 mei 1997 geoordeeld dat ASB haar handelsnaam moest wijzigen, maar ASB ging in hoger beroep. De rechtbank te Arnhem heeft op 1 september 2003 de beschikking van de kantonrechter vernietigd en de verzoeken van de verzoekers tot cassatie afgewezen. De verzoekers hebben vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft de beschikkingen van de rechtbank vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank onvoldoende gemotiveerd had beslist over de oudere handelsnaamrechten van de verzoekers en dat de eerdere beslissingen niet in overeenstemming waren met de relevante wetgeving. De kosten van het geding in cassatie zijn aan ASB opgelegd, begroot op € 287,69 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.

Uitspraak

14 januari 2005
Eerste Kamer
Rek.nr. R03/116HR
RM/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. AYK SUNCENTRE SERVICE B.V.,
gevestigd te Doetinchem,
2. de rechtspersoon naar Duits recht AYK SUNCENTRE SERVICE GMBH, thans genaamd Sunwell Sonnenstudios GmbH,
gevestigd te Emmerich, Duitsland,
3. de rechtspersoon naar Duits recht [verzoekster 3],
gevestigd te [vestigingsplaats], Duitsland,
4. [Verzoekster 4],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
5. [Verzoeker 5],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. C.J.J.C. van Nispen,
t e g e n
AYK SUNCENTER BENELUX B.V., thans genaamd Suncentre Benelux B.V.,
gevestigd te Arnhem,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 10 december 1996 ter griffie van het kantongerecht te Arnhem ingekomen en nadien aangevuld verzoekschrift hebben verzoekers tot cassatie - verder te noemen: ASS c.s. - de kantonrechter aldaar verzocht - kort gezegd en voor zover in cassatie van belang - verweerster in cassatie - verder te noemen: ASB - te veroordelen tot wijziging van hun handelsnaam Ayk Suncenter Benelux, wegens schending van art. 5 en 5a Handelsnaamwet (Hnw).
ASB heeft het verzoek bestreden en voorts een tegenverzoek ingediend. ASB heeft - voor zover in cassatie van belang - verzocht verzoekster in cassatie sub 1 (verder ook te noemen: ASS) en verzoekster in cassatie sub 2, Ayk Suncentre Service GmbH, te bevelen de schending van art. 5 en 5a Hnw te staken en gestaakt te houden.
ASS c.s. hebben het tegenverzoek van ASB bestreden.
De kantonrechter heeft bij beschikking van 26 mei 1997 - kort gezegd - bepaald dat in de handelsnaam van ASB een zodanige wijziging dient te worden aangebracht dat daarvan noch het woord "Ayk" noch de combinatie "Ayk Suncentre" deel uitmaken en ASB bevolen met onmiddellijke ingang de schending van de art. 5 en 5a Hnw te staken en gestaakt te houden.
Tegen deze beschikking heeft ASB hoger beroep ingesteld bij de rechtbank te Arnhem. ASB heeft in hoger beroep haar (tegen)verzoek gewijzigd en de rechtbank aldus verzocht - kort gezegd - ASS en Ayk Suncentre Service GmbH te bevelen met onmiddellijke ingang ieder gebruik van de namen "Ayk", "Ayk Suncentre" en "Ayk Suncenter" en daarmee overeenstemmende namen als handelsnaam te staken en gestaakt te houden.
Na een tussenbeschikking van 1 oktober 1998, waarbij de zaak is aangehouden voor uitlating aan de kant van ASB als bedoeld in rov. 6.3 van die beschikking, heeft de rechtbank bij eindbeschikking van 1 september 2003 de beschikking van de kantonrechter vernietigd. Opnieuw rechtdoende heeft de rechtbank verzoekers in cassatie sub 3 tot en met 5 ([verzoekster 3] respectievelijk [verzoekster 4] en [verzoeker 5]) niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek op grond van art. 6 Hnw, de verzoeken van ASS en Sunwell Sonnenstudios GmbH (voorheen genaamd: Ayk Suncentre Service GmbH) afgewezen, ASS c.s. bevolen met onmiddellijke ingang ieder gebruik van de namen "Ayk", "Ayk Suncentre" en "Ayk Suncenter" en daarmee overeenstemmende handelsnamen te staken en gestaakt te houden, onder verbeurte van een dwangsom en het meer of anders verzochte afgewezen.
Beide beschikkingen van de rechtbank zijn aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen beide beschikkingen van de rechtbank hebben ASS c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
ASB heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot verwijzing naar het gerechtshof te Arnhem.
3. Beoordeling van het middel
3.1 In cassatie kan worden uitgegaan van hetgeen is vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.
3.2 Aan hun hiervóór in 1 vermelde verzoek hebben ASS c.s. (als "separate gronden") ten grondslag gelegd dat
a. zij, althans één hunner - te weten ASS, die sinds 1992 onder de naam "Ayk Suncentre" bij het handelsregister staat geregistreerd - als eerste rechtmatig de handelsnaam "Ayk Suncentre", althans enig kenmerkend onderdeel daarvan, voor haar/hun ondernemingen rechtmatig hebben gevoerd, zodat ASB de handelsnaam "Ayk Suncentre Benelux" onrechtmatig voert, gelet op het bepaalde in art. 5 Hnw,
b. terwijl ASS c.s. voorts wezen op het bepaalde in art. 5a Hnw onder vermelding dat Ayk Suncentre Service GmbH de merkrechten op de naam "Ayk" en "Ayk Suncentre" in Nederland heeft.
3.3 De kantonrechter heeft in zijn hiervóór in 1 vermelde beschikking van 26 mei 1997, kort gezegd, bepaald dat in de handelsnaam van ASB een zodanige wijziging dient te worden aangebracht dat daarvan noch het woord "Ayk" noch de combinatie "Ayk Suncentre" deel uitmaken. Blijkens de daaraan ten grondslag gelegde motivering heeft de kantonrechter geoordeeld dat het voeren door ASB van haar handelsnaam gelet op de oudere merkrechten aan de zijde van ASS c.s. in strijd was met het bepaalde in art. 5a Hnw.
3.4 In hoger beroep heeft ASB het geschil in volle omvang aan de rechtbank voorgelegd en met wijziging van haar in eerste aanleg gedane tegenverzoek de rechtbank verzocht ASS c.s. te bevelen met onmiddellijke ingang ieder gebruik van de namen "Ayk", "Ayk Suncentre" en "Ayk Suncenter" en daarmee overeenstemmende namen als handelsnaam te staken en gestaakt te houden. De rechtbank heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en dit tegenverzoek, na een tussenbeschikking van 1 oktober 1998 en nadat in een door ASB verzocht voorlopig getuigenverhoor afgelegde verklaringen in het geding waren gebracht, bij eindbeschikking van 1 september 2003 toegewezen. Het verzoek van ASS en Ayk Suncentre Service GmbH werd afgewezen.
3.5 ASS c.s. hebben in hoger beroep onder meer aangevoerd dat Ayk Suncentre Service GmbH aan (de op 8 april 1996 gefailleerde) Ayk Suncentre Nederland B.V. slechts een licentie had gegeven om de merknaam "Ayk" c.q. "Ayk Suncentre" te gebruiken, zoals uit een door hen in kopie overgelegde overeenkomst van 20 januari 1993 zou moeten blijken. Naar aanleiding van de stelling van ASB dat de overeenkomst van 20 januari 1993 door ASS c.s. achteraf is opgesteld uitsluitend met het doel om de positie van Ayk Suncentre Service GmbH in deze (en andere merkenrechtelijke) procedures te versterken, heeft de rechtbank in haar tussenbeschikking van 1 oktober 1998 overwogen:
"6.4 Voorshands overweegt de rechtbank nog het volgende. Voor zover uit de af te leggen getuigenverklaringen naar voren zou komen dat, zoals [ASB] stelt, de desbetreffende overeenkomst vals is, betekent dat dat de rechten in de boedel vielen en door de curator rechtsgeldig konden worden overgedragen. In dat geval moet de vordering van [ASB], met vernietiging van de bestreden beschikking alsnog worden toegewezen.
Voor zover uit de af te leggen getuigenverklaringen zou blijken dat de desbetreffende overeenkomst geldig is betekent dat dat Ayk Suncentre Nederland BV de desbetreffende rechten na opzegging had moeten overdragen aan Ayk GmbH, zodat de curator deze niet rechtsgeldig kon overdragen aan [ASB]."
In haar eindbeschikking van 1 september 2003 heeft de rechtbank, kort gezegd, geoordeeld dat de licentieovereenkomst van 20 januari 1993 in 1996 is geantedateerd en derhalve niet geldig is (rov. 7).
3.6 De onderdelen 1 en 2, die zich voor een gezamenlijke behandeling lenen, komen op tegen de hiervóór weergegeven overweging 6.4 van de tussenbeschikking. Betoogd wordt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat voorzover uit de af te leggen getuigenverklaringen naar voren zou komen dat de overeenkomst van 20 januari 1993 vals is, zulks betekent dat de rechten in de boedel vielen en door de curator rechtsgeldig konden worden overgedragen. Voorzover de rechtbank in dit verband met "de rechten" bedoelt de merkrechten, met name Beneluxmerk nr. 513635 d.d. 20 mei 1992, ziet zij, wanneer zij vervolgens overweegt dat valsheid van de overeenkomst van 20 januari 1993 ertoe leidt dat de vordering van ASB alsnog moet worden toegewezen, over het hoofd dat ASS c.s. zich primair hebben beroepen op het oudere recht op de handelsnaam van ASS. In elk geval is de overweging onbegrijpelijk, althans geeft zij onvoldoende inzicht in de door de rechtbank gevolgde gedachtegang, aldus het onderdeel. Onderdeel 2 voert aan dat voorzover de rechtbank met "de rechten" bedoelt de rechten op de merken en de handelsnamen "Ayk" en "Ayk Suncentre", die overweging ontoereikend gemotiveerd is, nu niet duidelijk is op welke wijze het recht van ASS op de handelsnaam "Ayk Suncentre" (en het element "Ayk") kan zijn overgegaan op ASB, nu daaromtrent niets is gesteld, terwijl ASB ook geen ouder recht op die of een overeenstemmende handelsnaam kan hebben verkregen, althans ook daaromtrent niets is gesteld.
3.7 De onderdelen zijn terecht voorgesteld. Indien de rechtbank met "de rechten" alleen de - naar in cassatie moet worden aangenomen - in de boedel van Ayk Suncentre Nederland B.V. vallende en door de curator rechtsgeldig aan ASB overgedragen merkrechten op het oog had, leidt de gestelde valsheid van de overeenkomst van 20 januari 1993 ertoe dat de hiervóór in 3.2 onder b vermelde, aan art. 5a Hnw ontleende grondslag van het verzoek van ASS c.s. ondeugdelijk is. In dat geval heeft de rechtbank echter verzuimd een gemotiveerde beslissing te geven op de in 3.2 onder a vermelde, aan art. 5 Hnw ontleende grondslag, kort gezegd inbreuk op het oudere handelsnaamrecht van ASS.
Indien de rechtbank onder "de rechten" ook het recht op de handelsnaam "Ayk Suncentre" (en het element "Ayk") heeft verstaan, is rov. 6.4 van de tussenbeschikking onvoldoende gemotiveerd, nu zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet valt in te zien waarom ASS (anders dan de gefailleerde Ayk Suncentre Nederland B.V.) zich jegens ASB niet (meer) op haar oudere handelsnaamrecht zou kunnen beroepen. Opmerking verdient daarbij dat ASB blijkens de gedingstukken niets heeft gesteld over een eventuele overdracht van het handelsnaamrecht van ASS aan de gefailleerde Ayk Suncentre Nederland B.V., waarmee de curator van die vennootschap een titel zou zijn gegeven tot nadere overdracht aan ASB, noch over de wijze waarop ASB zelf oudere handelsnaamrechten dan die van ASS zou hebben verkregen.
3.8 De gegrondbevinding van de onderdelen 1 en 2 leidt tot vernietiging van de tussenbeschikking en de daarop voortbouwende eindbeschikking. Onderdeel 3 behoeft geen behandeling meer.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de beschikkingen van de rechtbank te Arnhem van 1 oktober 1998 en van 1 september 2003;
verwijst het geding naar het gerechtshof te Arnhem ter verdere behandeling en beslissing;
veroordeelt ASB in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ASS c.s. begroot op € 287,69 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman en E.J. Numann, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 14 januari 2005.