ECLI:NL:HR:2005:AR8210
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontvankelijkheid verzoekster in procedure inzake proceskostenbegroting
In deze zaak heeft verzoekster, een advocaat, op 18 augustus 2003 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Utrecht om de proceskosten in drie procedures te begroten. Deze procedures waren ingeschreven onder de rolnummers 00-1173, 00-1453 en 70170 HA ZA 97-602. Verweerder, de cliënt van verzoekster, heeft hiertegen verweer gevoerd en verzocht om niet-ontvankelijk verklaring van verzoekster. De voorzieningenrechter heeft op 11 februari 2004 verzoekster niet-ontvankelijk verklaard, waarop verzoekster cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van verzoekster in haar beroep beoordeeld. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring van verzoekster. De Hoge Raad oordeelt dat de voorzieningenrechter terecht heeft geoordeeld dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek. Dit is in lijn met de bepalingen van de Wet tarieven in burgerlijke zaken, die bepalen dat tegen beslissingen op basis van artikel 33 Wtbz uitsluitend op de in artikel 37 Wtbz voorziene wijze kan worden opgekomen. Beroep in cassatie is tegen deze beslissing niet open.
De Hoge Raad verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar beroep en veroordeelt haar in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerder zijn begroot op € 22,69 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. Deze beschikking is gegeven door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 4 maart 2005.