ECLI:NL:HR:2005:AR8661
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Herziening van ontnemingsmaatregel en ontvankelijkheid van de aanvrage
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 januari 2005 uitspraak gedaan over een herzieningsaanvraag met betrekking tot een ontnemingsmaatregel. De aanvraagster, geboren in 1966 en woonachtig in [woonplaats], had de verplichting opgelegd gekregen om een bedrag van € 7.000,-- aan de Staat te voldoen, bij gebreke van betaling te vervangen door 140 dagen hechtenis. De aanvraag tot herziening was ingediend naar aanleiding van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Zwolle, dat op 8 juli 2003 was uitgesproken. De Hoge Raad oordeelde dat de oplegging van een ontnemingsmaatregel niet kan worden aangemerkt als een veroordeling in de zin van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Hierdoor kon de herzieningsaanvraag niet worden ontvangen. De Hoge Raad merkte op dat de rechter die de ontnemingsmaatregel had opgelegd, op verzoek van de veroordeelde het bedrag kan verminderen of kwijtschelden, en dat de officier van justitie uitstel van betaling of betaling in termijnen kan toestaan. De Hoge Raad verklaarde de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk, waarmee de eerdere beslissing van de Politierechter in stand bleef.