ECLI:NL:HR:2005:AR8890

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 januari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
40347
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.G. Pos
  • L. Monné
  • J.W. van den Berge
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoge Raad vernietigt uitspraak Hof over WOZ-waarde onroerende zaak en past afrondingsbeleid toe

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 januari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de waardering van een onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z. De waarde was oorspronkelijk vastgesteld op ƒ 315.000 (€ 142.940) door het hoofd van de afdeling Burgerzaken en Belastingen van de gemeente P. Na bezwaar van de belanghebbende, werd deze waarde door het Hof verlaagd naar ƒ 270.600 (€ 122.792). De belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof.

De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, voor zover deze de waarde van de onroerende zaak had verminderd tot ƒ 270.600. De Hoge Raad heeft de waarde in plaats daarvan vastgesteld op ƒ 270.000 (€ 122.520), in lijn met het beleid van de gemeente om waarden af te ronden op veelvouden van vijfduizend gulden, steeds in het voordeel van de belanghebbende. Dit beleid was volgens de Hoge Raad bindend voor het Hof, dat zich aan deze richtlijn had moeten houden.

De overige klachten van de belanghebbende konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en de zaak is afgedaan zonder verdere rechtsvragen die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moesten worden.

Uitspraak

Nr. 40.347
7 januari 2005
RW
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 17 oktober 2003, nr. 02/05683, betreffende na te melden beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ).
1. Beschikking, bezwaar en geding voor het Hof
Ten aanzien van belanghebbende is bij beschikking de waarde van de onroerende zaak a-straat 1 te Z voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 vastgesteld op ƒ 315.000 (€ 142.940). Na door belanghebbende daartegen gemaakt bezwaar heeft het hoofd van de afdeling Burgerzaken en Belastingen (hierna: het Hoofd) van de gemeente P bij uitspraak de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van het Hoofd vernietigd en de waarde nader vastgesteld op ƒ 270.600 (€ 122.792).
De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
3. Beoordeling van de klachten
3.1. Het Hof heeft de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op ƒ 270.600 (€ 122.792). De klacht dat het Hof deze waarde naar beneden had moeten afronden op ƒ 270.000, slaagt. 's Hofs uitspraak en de stukken van het geding laten geen andere gevolgtrekking toe dan dat de gemeente het beleid voert dat de door haar ingevolge de Wet WOZ vastgestelde waarden op een veelvoud van vijfduizend gulden worden afgerond, steeds in het voordeel van de belanghebbende. Het Hof was gehouden zich bij zijn waardevaststelling aan dat beleid te conformeren, zodat het uitgaande van ƒ 270.600, de waarde had moeten afronden op ƒ 270.000.
3.2. De overige klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu die klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3.3. Uit het hiervoor in 3.1 overwogene volgt dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven. De Hoge Raad kan de zaak afdoen.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het beroep gegrond,
vernietigt de uitspraak van het Hof, voorzover daarbij de waarde van de onroerende zaak a-straat 1 te Z is verminderd tot ƒ 270.600 (€ 122.792),
vermindert die waarde tot ƒ 270.000 (€ 122.520), en
gelast dat de Gemeente Haarlem aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie verschuldigd geworden griffierecht ten bedrage van € 87.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2005.