ECLI:NL:HR:2005:AS2133
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Herziening van een veroordeling wegens overtreding van de Wegenverkeerswet 1994
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 januari 2005 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De aanvrager was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 750,-- voor overtreding van artikel 8, tweede lid aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994, met als bijkomende straf een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van acht maanden. De aanvrage tot herziening was gebaseerd op de stelling dat een ander inmiddels was veroordeeld voor hetzelfde feit. Echter, de aanvrager heeft geen bewijsstukken overlegd ter ondersteuning van deze claim. De Hoge Raad oordeelde dat de aanvrage niet kon worden ontvangen, omdat deze niet voldeed aan de vereisten van artikel 459 en 460 van het Wetboek van Strafvordering, die eisen stellen aan de onderbouwing van een herzieningsverzoek. De Hoge Raad verklaarde de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk, waarmee de eerdere veroordeling in stand bleef. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij het indienen van een herzieningsverzoek.