ECLI:NL:HR:2005:AS2688
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verrekening in faillissement en de gevolgen van beslaglegging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 april 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de curator, Mr. Jos Augustinus Marie Reuser, in het faillissement van Quadraad Plantengroothandel B.V. De curator had de Postbank N.V. gedagvaard om een bedrag van ƒ 10.924,57 te vorderen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank te 's-Gravenhage had de vordering van de curator afgewezen, en het gerechtshof had dit vonnis bekrachtigd. De curator stelde dat de Postbank ten onrechte haar vordering had verrekend met het saldo van een parkeerrekening, die was ontstaan door conservatoir beslag gelegd door de Rabobank op de betaalrekening van Quadraad.
De Hoge Raad oordeelde dat de Postbank niet bevoegd was tot verrekening van haar vordering met het saldo van de parkeerrekening, nu het beslag op de vordering in het faillissement viel. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en het vonnis van de rechtbank, en veroordeelde de Postbank tot betaling aan de curator van een bedrag van € 4.917,65, met wettelijke rente vanaf 13 juli 1999. Tevens werden de proceskosten aan de zijde van de curator vergoed.
De uitspraak benadrukt de juridische gevolgen van beslaglegging en de beperkingen die dit met zich meebrengt voor de mogelijkheid tot verrekening in het geval van faillissement. De Hoge Raad bevestigde dat de rechtsgevolgen van beslaglegging niet volledig tenietgaan door het faillissement, en dat de curator recht heeft op de vordering die de Postbank had verrekend. Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rechtspraktijk rondom faillissement en de rechten van schuldeisers.