ECLI:NL:HR:2005:AS2812
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vordering tot betaling door Machinebouw Meppel B.V. i.o. tegen Flexion Hydrauliek
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door [Eiser], voorheen handelende onder de naam Machinebouw Meppel B.V. i.o., tegen [Verweerster], handelende onder de naam Flexion Hydrauliek. De zaak is ontstaan uit een vordering tot betaling van een bedrag van ƒ 162.131,--, vermeerderd met wettelijke rente, die door [Eiser] en Meppel was ingesteld bij de rechtbank te Groningen. De rechtbank heeft de vordering bij vonnis van 14 juli 2000 afgewezen, waarna [Eiser] en Meppel hoger beroep hebben ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden. Tijdens de procedure is het geding geschorst vanwege het faillissement van Meppel op 12 december 2002. De curator heeft geen gevolg gegeven aan de oproeping van [Verweerster] om het geding over te nemen, waarna de procedure is hervat. Het hof heeft op 17 september 2003 [Verweerster] ontslag van instantie verleend en [Eiser] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, met veroordeling van [Eiser] in de kosten van het geding in hoger beroep. Tegen dit arrest heeft alleen [Eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [Eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 2.276,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, zonder dat nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.