ECLI:NL:HR:2005:AS3822
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake geschil over erfafscheiding en wateroverlast
In deze zaak heeft eiseres, samen met haar inmiddels overleden echtgenoot, verweerster gedagvaard voor de rechtbank te Groningen. De eis was gericht op het verwijderen van een schutting en het verlagen van het erf van verweerster, zodat eiseres en haar echtgenoot het recht van pad ongehinderd konden uitoefenen en geen wateroverlast van het perceel van verweerster zouden ondervinden. De rechtbank heeft in een tussenvonnis een comparitie van partijen gelast en een deskundige benoemd. Uiteindelijk heeft de rechtbank in een eindvonnis van 9 juni 2000 de vordering van eiseres afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld.
Eiseres heeft tegen deze vonnissen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden. Het hof heeft in een tussenarrest van 28 november 2001 een comparitie van partijen gelast en in een eindarrest van 24 september 2003 de bestreden vonnissen bekrachtigd. Eiseres heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij verweerster niet is verschenen. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen door de vice-president en raadsheren, en openbaar uitgesproken op 11 februari 2005.