ECLI:NL:HR:2005:AS5978
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin een machtiging tot voortgezet verblijf van de verzoeker in een psychiatrisch ziekenhuis werd verleend. De officier van justitie had op 21 september 2004 een verzoek ingediend, ondersteund door een geneeskundige verklaring. De rechtbank hoorde de verzoeker, zijn advocaat, de behandelend psychiater en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige op 12 oktober 2004 en verleende de machtiging, die inging op 13 oktober 2004 en eindigde op 12 oktober 2005. Verzoeker ging in cassatie tegen deze beschikking, waarbij de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer adviseerde het beroep te verwerpen.
De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank de afwijzing van het verzoek tot het verrichten van een contra-expertise voldoende heeft gemotiveerd. De rechtbank had overwogen dat de diagnose van schizofrenie, die ook in een ander ziekenhuis was gesteld, voldoende was om de machtiging te verlenen. De Hoge Raad bevestigt dat de rechter in dit soort procedures een grote vrijheid heeft om al dan niet deskundigen te horen, en dat de motivering van de afwijzing van het verzoek tot contra-expertise toereikend was. De Hoge Raad concludeert dat de beslissing van de rechtbank niet getuigt van een onjuiste rechtsopvatting en dat de klachten van verzoeker niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de beschikking van de rechtbank, waarbij de ingrijpende aard van de beslissing tot vrijheidsbeneming in aanmerking is genomen. De uitspraak benadrukt het belang van de geneeskundige verklaring en de noodzaak van voldoende motivering bij het afwijzen van verzoeken tot nader onderzoek.