ECLI:NL:HR:2005:AS6159
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Leeuwarden, waarbij de aanvrager is veroordeeld voor diefstal en het opgeven van een valse naam en geboortedatum. De Politierechter heeft de aanvrager voor feit 1 veroordeeld tot een geldboete van € 65,--, subsidiair één dag hechtenis, en voor feit 2 tot een geldboete van € 90,--, subsidiair één dag hechtenis. De aanvrage tot herziening is ingediend door mr. G.H. Thasing, advocaat te Emmen, namens de aanvrager, die Armeens spreekt en stelt dat zij niet in een begrijpelijke taal is gedagvaard. De Hoge Raad beoordeelt de aanvrage aan de hand van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering. De aanvrager stelt dat zij de schikkingsprocedure niet heeft begrepen door de taalbarrière en dat er sprake is van een naamsverwisseling per abuis. De Hoge Raad oordeelt dat de aanvrage niet voldoet aan de vereisten van artikel 459 en 460 Sv, omdat er geen bewijs is geleverd voor de gestelde omstandigheden. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad de aanvrage niet-ontvankelijk, wat betekent dat de herziening van het vonnis niet wordt toegestaan.