ECLI:NL:HR:2005:AT1738
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie in civiele zaak over vordering tot betaling en verwerping van het beroep
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.A. van der Hansz, verweerder in cassatie gedagvaard voor de kantonrechter te Bergen op Zoom. Eiser vorderde een betaling van ƒ 4.819,98, vermeerderd met vertragingsrente, op basis van een overeenkomst. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, maar verweerder heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft het tussenvonnis bekrachtigd, maar het eindvonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering van eiser afgewezen. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarbij verweerder niet is verschenen. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling oproepen. Het arrest is gewezen op 3 juni 2005 en openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman.