ECLI:NL:HR:2005:AT2452
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kinderalimentatie en financiële draagkracht van de vader
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de vaststelling van kinderalimentatie. De moeder, verzoekster tot cassatie, had de rechtbank Amsterdam verzocht om de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen vast te stellen op € 125,-- per kind per maand. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, maar de vader, verweerder in cassatie, heeft in hoger beroep bij het gerechtshof Amsterdam verzocht om deze beschikking te vernietigen en de alimentatie te verlagen. Het hof heeft de alimentatie uiteindelijk vastgesteld op € 25,-- per kind per maand, rekening houdend met de financiële situatie van de vader, die aanzienlijke schulden had.
De moeder heeft tegen deze beslissing cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het hof tekortgeschoten was in zijn motiveringsplicht, omdat het niet voldoende had gemotiveerd waarom de schuld van de vader aan de CMV Bank in aanmerking was genomen bij de bepaling van de alimentatie. De Hoge Raad benadrukte dat alimentatiebeschikkingen voldoende inzicht moeten geven in de gedachtegang achter de beslissing, zodat deze controleerbaar en aanvaardbaar is voor partijen en derden.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de beoordeling van de financiële draagkracht van ouders bij de vaststelling van kinderalimentatie en onderstreept het belang van een zorgvuldige motivering door de lagere rechters.