ECLI:NL:HR:2005:AT3215
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. van Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis inzake diefstal door twee of meer verenigde personen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 maart 2005 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage. De aanvraagster was veroordeeld voor 'diefstal door twee of meer verenigde personen meermalen gepleegd' en kreeg een geldboete van ƒ 1.600,-, subsidiair 31 dagen hechtenis, waarvan ƒ 600,- voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De aanvraag tot herziening werd ingediend door mr. J. van Broekhuijze, advocaat te Ridderkerk, namens de aanvrager, die in 1980 geboren is en in [woonplaats] woont.
De Hoge Raad beoordeelde de aanvraag op basis van artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering, dat stelt dat herziening kan worden gevraagd op grond van nieuwe bewijsmiddelen die niet tijdens de oorspronkelijke rechtszitting zijn gepresenteerd. De aanvrage tot herziening bevatte echter geen nieuwe feiten of omstandigheden die het ernstig vermoeden wekten dat, indien deze bekend waren geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid. De aanvrager stelde dat haar financiële situatie aanzienlijk was verslechterd, maar dit werd niet als een relevante omstandigheid aangemerkt volgens de wet.
Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk, wat betekent dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit arrest is uitgesproken door vice-president C.J.G. Bleichrodt, samen met de raadsheren A.J.A. van Dorst en H.A.G. van Splinter-van Kan, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.