ECLI:NL:HR:2005:AT7214
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Leges voor inlichtingen uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
In deze zaak gaat het om de heffing van leges door de Pensioen- en Uitkeringsraad (de Raad) voor het verstrekken van gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA). De Raad had een bedrag van ƒ 120 aan leges geheven, welke heffing door het hoofd van de afdeling Belastingen van de gemeente Zoetermeer werd gehandhaafd. De Raad ging tegen deze beslissing in beroep bij het Gerechtshof, dat het beroep gegrond verklaarde en de uitspraak van het Hoofd vernietigde, waardoor het gevorderde bedrag werd verminderd tot nihil. Dit werd door de Hoge Raad geïnterpreteerd als een vernietiging van het besluit tot heffing.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer stelde cassatie in tegen de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad behandelde de zaak en oordeelde dat de gemeentebesturen op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (WUV) en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (WUBO) verplicht zijn om kosteloos inlichtingen uit de basisadministratie te verstrekken aan de Raad. De Hoge Raad concludeerde dat de artikelen van de WUV en WUBO, als lex specialis, voorrang hebben boven de bepalingen van de latere Wet GBA met betrekking tot kostenvergoeding.
De Hoge Raad oordeelde dat de beslissing van het Hof juist was en verklaarde het beroep van het college ongegrond. Tevens werd er geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 10 juni 2005, waarbij de vice-president A.G. Pos als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren L. Monné en C.J.J. van Maanen, en de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma aanwezig was. Voor het beroep in cassatie werd door de Gemeente Zoetermeer een griffierecht van € 414 geheven.