ECLI:NL:HR:2005:AT7291
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Herstel van verzuim bij verlof tot afgifte van inbeslaggenomen stukken van overtuiging aan Belgische autoriteiten
In deze zaak gaat het om een beklag ex artikel 552 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door een betrokkene die in cassatie is gegaan tegen een beschikking van de Rechtbank te Breda. De Rechtbank had verlof verleend aan de Rechter-Commissaris om inbeslaggenomen stukken van overtuiging ter beschikking te stellen aan de Belgische autoriteiten. De Hoge Raad oordeelt dat de bestreden beschikking niet voldoende onderbouwd is, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat de rechthebbende op de inbeslaggenomen stukken niet in Nederland verblijft. Dit is van belang voor de toekenning van het verlof, dat onder bepaalde voorwaarden moet worden verleend. De Hoge Raad herstelt het verzuim door te bepalen dat het verlof onder het voorbehoud moet worden verleend dat de inbeslaggenomen stukken teruggezonden worden zodra het voor de strafvordering nodige gebruik is gemaakt. De Hoge Raad vernietigt de bestreden beschikking, maar verwerpt het beroep voor het overige. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het verlenen van verlof tot afgifte van inbeslaggenomen stukken, vooral in internationale contexten.