ECLI:NL:HR:2005:AT7318
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis inzake aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 augustus 2005 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Rechtbank te Amsterdam, dat op 25 maart 2003 was gewezen. De aanvrager, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J. van Ommeren, had verzocht om herziening van een veroordeling die was opgelegd wegens het niet hebben van een verzekering voor een motorrijtuig op 30 juni 1999. De Rechtbank had de aanvrager veroordeeld tot een geldboete van € 415,- en ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor vier maanden. De aanvrage tot herziening was gebaseerd op een verklaring van Delta Lloyd Schadeverzekering NV, waaruit bleek dat er op de datum van de overtreding wel degelijk een verzekering voor het motorrijtuig was afgesloten. De Hoge Raad oordeelde dat er sprake was van een omstandigheid die herziening rechtvaardigde, zoals bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder 2° van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad verklaarde de aanvrage gegrond en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de juiste vaststelling van feiten in strafzaken en de mogelijkheid tot herziening wanneer nieuwe informatie aan het licht komt die de uitkomst van de oorspronkelijke zaak zou kunnen beïnvloeden.