ECLI:NL:HR:2005:AU2053
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid van een militair schildwacht bij het niet vervullen van waakzaamheidsverplichtingen
In deze zaak gaat het om de verantwoordelijkheid van een militair schildwacht die zich onttrekt aan zijn taak door in slaap te vallen. De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het Hof, dat de verdachte niet als schildwacht in de zin van het Wetboek van Militair Strafrecht heeft opgetreden, niet onjuist of onbegrijpelijk is. De verdachte was belast met het observeren van een sector op een wachtpost in Irak en heeft in ernstige mate nalatig gehandeld door in slaap te vallen, wat schade voor de veiligheid heeft kunnen veroorzaken. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet al het mogelijke heeft gedaan om wakker te blijven, ondanks de moeilijke omstandigheden waaronder hij moest werken.
De Hoge Raad bevestigt dat artikel 31.2 van de Wet militaire strafrechtspraak alleen betrekking heeft op militairen die hun taak als schildwacht actief uitoefenen en niet op degenen die zich aan die taak onttrekken. De verdediging had aangevoerd dat de verdachte handelde in een situatie van overmacht en dat hij handelde naar aanleiding van een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel. Deze argumenten werden door het Hof verworpen, omdat de verdachte niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van overmacht.
De Hoge Raad concludeert dat de middelen van cassatie niet tot vernietiging van de uitspraak kunnen leiden. De bestreden uitspraak van het Hof, waarin de verdachte werd veroordeeld tot twee maanden militaire detentie voorwaardelijk en een taakstraf, wordt bevestigd. De Hoge Raad verwerpt het beroep en oordeelt dat er geen gronden zijn voor ambtshalve vernietiging van de uitspraak.