ECLI:NL:HR:2005:AU2689
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Ontoereikend gemotiveerde afwijzing getuigenverzoek in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 november 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1981 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Noord Holland Noord', had een verzoek ingediend om getuige [betrokkene 1] op te roepen voor de terechtzitting van 22 januari 2004. Dit verzoek was gedaan in het kader van de verdediging tegen de beschuldiging van medeplegen van moord. De raadsman van de verdachte had in een brief aan de Advocaat-Generaal vragen geformuleerd die hij aan de getuige wilde stellen, waaronder vragen over de deskundigheid van de getuige met betrekking tot scooters.
Het Hof had het verzoek tot het horen van de getuige afgewezen, met de motivering dat niet aannemelijk was geworden dat de getuige enige deskundigheid had op het gebied van scooters. De Hoge Raad oordeelde echter dat deze afwijzing ontoereikend gemotiveerd was, vooral gezien het belang van de identificatie van de brommer die bij het misdrijf was gebruikt. De getuige had in zijn verklaring een specifiek merk van de brommer genoemd, wat van belang was voor de bewijsvoering.
De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat de zaak opnieuw kon worden berecht. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van getuigenverzoeken in strafzaken, vooral wanneer deze verzoeken betrekking hebben op cruciale bewijsstukken.