ECLI:NL:HR:2005:AU2802
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Beroep in cassatie tegen uitspraak Gerechtshof over naheffingsaanslag en boetebeschikking
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 20 februari 2004, nr. BK-03/00658, betreffende een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen en een daaropvolgende boetebeschikking. De naheffingsaanslag, opgelegd over het tijdvak van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000, bedroeg ƒ 96.304 (€ 43.700,85). Daarnaast was er een boete opgelegd van ƒ 24.076 (€ 10.925,21), die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd tot ƒ 4815 (€ 2184,95). De belanghebbende, X B.V., ging in beroep tegen de uitspraak van het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft X B.V. cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling het middel van X B.V. behandeld, dat berustte op de opvatting dat het niet duidelijk maken in de boetebeschikking of het ging om een vergrijpboete of een verzuimboete, zou betekenen dat het karakter van de boete uitsluitend afgeleid zou moeten worden uit de hoogte ervan. De Hoge Raad oordeelde dat deze opvatting geen steun vindt in het recht, en dat het middel derhalve faalt.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken op 16 september 2005 door de raadsheer L. Monné als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.