ECLI:NL:HR:2005:AU4129
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest van het Gerechtshof te Arnhem inzake verduistering en andere strafbare feiten
In deze zaak gaat het om een herziening van een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 19 december 2003 uitspraak deed in hoger beroep. De aanvrager, geboren in 1951 en destijds verblijvend in de Penitentiaire Inrichting 'Oude Gracht' te Veenhuizen, was eerder veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder verduistering, belediging van een ambtenaar, en verschillende vormen van vernieling en diefstal. De Hoge Raad heeft op 4 oktober 2005 de aanvrage tot herziening van deze veroordeling beoordeeld.
De Hoge Raad stelt vast dat de aanvrage tot herziening is ingediend op basis van nieuwe omstandigheden die volgens de aanvrager niet tijdens de eerdere rechtszittingen aan het licht zijn gekomen. Echter, de Hoge Raad oordeelt dat de aanvrage niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in de artikelen 457, 459 en 460 van het Wetboek van Strafvordering. De aanvrager heeft geen overtuigende bewijsmiddelen aangedragen die de grondslag voor herziening kunnen vormen, zoals vereist door de wet.
Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de eerdere veroordeling van de aanvrager in stand blijft. De uitspraak is gedaan door de vice-president C.J.G. Bleichrodt, samen met de raadsheren J.P. Balkema en A.J.A. van Dorst, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.