ECLI:NL:HR:2005:AU5682
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Gebruikmaken van wanprestatie bij verkoop van een woonhuis
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiser en verweerster over de verkoop van een perceel grond in de gemeente Berghem. Verweerster heeft eiser en een derde gedagvaard, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld die onder andere betrekking hebben op onrechtmatig handelen van eiser. De rechtbank heeft de vorderingen van verweerster afgewezen, waarna verweerster in hoger beroep is gegaan. Het gerechtshof heeft in zijn eindarrest van 13 juli 2004 geoordeeld dat eiser onrechtmatig heeft gehandeld jegens verweerster, omdat hij op de hoogte was van de eerdere verkoop van het perceel door zijn moeder aan verweerster. Eiser heeft cassatie ingesteld tegen dit eindarrest.
De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat het hof heeft miskend dat het handelen van eiser, hoewel hij wist dat hij een overeenkomst tussen verweerster en zijn moeder schond, niet per definitie onrechtmatig is. Dit hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat er onvoldoende feiten zijn vastgesteld door de lagere rechters die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat eiser onrechtmatig heeft gehandeld. De zaak is dus terugverwezen voor een nadere beoordeling.