ECLI:NL:HR:2005:AU6037
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest van het Gerechtshof te Arnhem inzake handelen in strijd met de Wet wapens en munitie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 november 2005 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De aanvrager was eerder door het Hof veroordeeld tot een geldboete van vijftig euro, subsidiair één dag hechtenis, wegens handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie. De aanvrage tot herziening werd ingediend door mr. C.F. Korvinus, advocaat te Amsterdam, namens de aanvrager, geboren in 1948.
De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafvordering, met name artikel 457 en 459. Volgens artikel 457 Sv kan een herziening slechts worden gevraagd op basis van nieuwe feiten die niet eerder aan de orde zijn gekomen en die het ernstig vermoeden wekken dat, indien deze feiten bekend waren geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid. De Hoge Raad oordeelde dat de aanvrage niet voldeed aan deze vereisten, aangezien de gestelde omstandigheden niet als feitelijke grondslag voor herziening konden worden aangemerkt.
Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad de aanvrage niet-ontvankelijk, wat betekent dat de aanvrager niet in zijn verzoek werd ontvangen. Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.