ECLI:NL:HR:2006:AU8172
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Buitengebruikstelling van voertuigen door de politie in het kader van administratieve sancties voor verkeersovertredingen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Hertz Automobielen Nederland B.V., Stuurgroep Holland B.V. en de vereniging BOVAG (hierna gezamenlijk aangeduid als Hertz c.s.) en de Staat der Nederlanden over de rechtmatigheid van de buitengebruikstelling van een aan een derde verhuurde personenauto. De auto werd bestuurd door iemand die onherroepelijke administratieve sancties voor verkeersovertredingen had openstaan. De vraag die centraal staat is of het dwangmiddel van buitengebruikstelling zich ook uitstrekt tot voertuigen die niet op naam staan van de overtreder, maar toebehoren aan bedrijfsmatige verhuurders.
Hertz c.s. hebben de Staat gedagvaard en gevorderd dat de buitengebruikstelling onrechtmatig is, onder verwijzing naar de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen, en het gerechtshof heeft dit vonnis bekrachtigd. Hertz c.s. hebben vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat de Wahv geen uitzondering maakt voor voertuigen van bedrijfsmatige verhuurders en dat de wetgever de mogelijkheid van buitengebruikstelling ook voor deze voertuigen heeft beoogd. De Hoge Raad verwerpt het beroep van Hertz c.s. en oordeelt dat de toepassing van het dwangmiddel niet in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Hoge Raad benadrukt dat de kentekenhouder verantwoordelijk is voor de gedragingen met het voertuig, ook als het voertuig is verhuurd. De kosten die Hertz heeft gemaakt voor de buitengebruikstelling zijn niet te beschouwen als een straf in de zin van het EVRM, omdat de verhuurder de mogelijkheid heeft om de boetes te verhalen op de bestuurder.
De Hoge Raad veroordeelt Hertz c.s. in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Staat zijn begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.