ECLI:NL:HR:2006:AU8178

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C05/050HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen ex-samenwonenden over verdeling van de gezamenlijk gekochte woning

In deze zaak gaat het om een geschil tussen ex-samenwonenden over de verdeling van een gezamenlijk gekochte woning. Eiseres heeft op 15 september 2000 verweerder gedagvaard voor de rechtbank te Almelo, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld met betrekking tot overbedeling en de afgifte van bepaalde goederen. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 31 oktober 2001 de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van een akte door verweerder. In een eindvonnis van 25 juni 2003 heeft de rechtbank de vorderingen van eiseres in conventie afgewezen en haar veroordeeld in de kosten van het geding. In reconventie heeft de rechtbank eiseres veroordeeld om aan verweerder een bedrag van € 3.857,15 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en om binnen tien dagen twee bordeauxrode stoelen af te geven, op straffe van een dwangsom. Eiseres heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, waar haar eis is vermeerderd met een bedrag van € 3.000,--. Het hof heeft eiseres niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep tegen eerdere vonnissen en het vonnis van de rechtbank in reconventie gedeeltelijk vernietigd, maar de vordering tot afgifte van de stoelen afgewezen. Eiseres heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, zonder dat nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

24 februari 2006
Eerste Kamer
Nr. C05/050HR
JMH/RM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. L. van Hoppe.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - heeft bij exploot van 15 september 2000 verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - gedagvaard voor de rechtbank te Almelo en gevorderd bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [verweerder] te veroordelen om:
1. aan [eiseres] tegen behoorlijk bewijs van kwijting terzake overbedeling te voldoen de som van ƒ 17.500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, en
2. (na vermindering van eis) aan [eiseres] binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis af te geven de onder 12 van de conclusie van repliek vermelde goederen, op verbeurte van een direct opeisbare en niet voor verrekening vatbare dwangsom van ƒ 1.000,-- per dag of gedeelte daarvan dat hij geheel of ten dele in gebreke blijft aan zijn veroordeling te voldoen.
[Verweerder] heeft de vorderingen bestreden en zijnerzijds in reconventie gevorderd [eiseres] bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen:
- aan hem tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:
1. een bedrag van ƒ 8.500,-- zijnde het bedrag waartoe hij is onderbedeeld door toescheiding van de in het petitum vermelde woning en de auto, met ontslag van gedaagde uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening van ƒ 262.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
2. een bedrag van ƒ 1.420,--, zijnde 1/3 van de totale notariskosten gemaakt ter opstelling van de verdelingsakten;
3. een bedrag van ƒ 1.100,--, zijnde de door hem gemaakte kosten buitengerechtelijke rechtshulp;
- binnen een week na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan hem af te geven twee in de conclusie vermelde stoelen, onder verbeurte van een dwangsom van ƒ 1.000,-- per dag dat zij in gebreke mocht blijven aan het te wijzen vonnis te voldoen;
- te voldoen alle notariskosten die nog gemaakt moeten worden om tot de bevolen verdeling te komen.
[Eiseres] heeft de vorderingen in reconventie bestreden.
De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 31 oktober 2001 in conventie en in reconventie de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van een akte door [verweerder].
De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 1 mei 2002 in conventie en in reconventie de zaak naar de rol van 1 oktober 2003 verwezen en verder elke beslissing aangehouden.
Bij eindvonnis van 25 juni 2003 heeft de rechtbank:
in conventie:
- het gevorderde afgewezen;
- [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding;
in reconventie:
- [eiseres] veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [verweerder] te betalen € 3.857,15 ten titel van overbedeling, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 oktober 2000 tot de dag dat het gehele bedrag zal zijn voldaan;
- [eiseres] veroordeeld om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis aan [verweerder] af te geven twee bordeauxrode stoelen, op straffe van een dwangsom van € 50,-- per dag met een maximum van € 1.000,--;
- [eiseres] veroordeeld in de kosten van dit geding;
- dit vonnis tot hier uitvoerbaar bij voorraad verklaard en
- het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen de vonnissen van 31 oktober 2001, 1 mei 2002 en 25 juni 2003 heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Daarbij heeft zij haar eis vermeerderd met een bedrag van € 3.000,-- met de wettelijke rente daarover vanaf 3 februari 2004.
Bij arrest van 10 augustus 2004 heeft het hof [eiseres] niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep tegen de vonnissen van 31 oktober 2001 en 1 mei 2002, het vonnis van de rechtbank van 25 juni 2003 bekrachtigd behoudens voor zover zij daarbij in reconventie veroordeeld is tot afgifte van twee bordeauxrode stoelen op straffe van een dwangsom van € 50,-- per dag tot een maximum van € 1.000,--, dit vonnis in zoverre vernietigd en, opnieuw rechtdoende, de vordering van [verweerder] in reconventie tot afgifte van deze twee stoelen door haar alsnog afgewezen, [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. [verweerder] heeft een anticipatie-exploot doen uitbrengen. De cassatiedagvaarding en het anticipatie-exploot zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 februari 2006.