ECLI:NL:HR:2006:AU9508
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Indeling van voertuigen onder de gecombineerde nomenclatuur en de toepassing van de Wet op de omzetbelasting 1968
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 januari 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door Intermodal Transports B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de indeling van een specifiek voertuig, de 'Magnum ET120 Terminal Tractor', onder post 8709 van de Gecombineerde Nomenclatuur in het kader van de Wet op de omzetbelasting 1968. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak de uitleg van post 8709 verduidelijkt, waarbij werd vastgesteld dat het voertuig in kwestie niet onder deze post valt. Dit oordeel is gebaseerd op de kenmerken van het voertuig, waaronder de dieselmotor, de volautomatische transmissie, en de specifieke ontwerpeisen die het voertuig onderscheiden van transportwagens met eigen beweegkracht.
De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, die op 15 september 2005 werd genomen. Deze beslissing was van belang voor de beantwoording van de vragen die de Hoge Raad had gesteld in een eerder arrest van 21 november 2003. De Hoge Raad concludeerde dat de argumenten van de Staatssecretaris van Financiën, die schriftelijk had gereageerd op het arrest, niet voldoende waren om de indeling van het voertuig te rechtvaardigen onder post 8709.
De Hoge Raad heeft de middelen van de Staatssecretaris verworpen en geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en biedt duidelijkheid over de toepassing van de nomenclatuur in relatie tot de belastingwetgeving.