ECLI:NL:HR:2006:AU9512
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Heffingsgrondslag overdrachtsbelasting bij veiling; onraadsgelden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 januari 2006 uitspraak gedaan over een beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 maart 2004. De zaak betreft de heffingsgrondslag voor de overdrachtsbelasting bij de aankoop van een onroerende zaak op een veiling. Belanghebbende, X B.V., had op aangifte een bedrag van ƒ 293.310 aan overdrachtsbelasting voldaan en verzocht om teruggaaf van ƒ 2622, wat door de Inspecteur was afgewezen. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad overwoog dat de heffingsgrondslag voor de overdrachtsbelasting ook de kosten van de veilingorganisatie en het honorarium van de notaris omvat. Dit is in overeenstemming met artikel 9, lid 1, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, waarin staat dat de tegenprestatie voor de overdracht de vergoeding is die de verkrijger aan de verkoper verschuldigd is. In dit geval was er sprake van veilingkoop, waarbij de veilingorganisatie een essentiële rol speelt. De kosten die in de veilingvoorwaarden zijn opgenomen, zijn voor rekening van de koper, wat betekent dat deze kosten ook tot de heffingsgrondslag behoren.
De Hoge Raad concludeerde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de kosten van de veilingorganisatie en het honorarium van de notaris in de heffingsgrondslag moesten worden opgenomen. De beslissing van het Hof werd bevestigd, en het beroep in cassatie werd ongegrond verklaard. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.