ECLI:NL:HR:2006:AV0035
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Geschil over de totstandkoming van een koopovereenkomst met betrekking tot een woning
In deze zaak gaat het om een geschil over de totstandkoming van een koopovereenkomst met betrekking tot een woning. Eiseres, wonende te [woonplaats], heeft in cassatie beroep ingesteld tegen de uitspraak van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak begon met een dagvaarding door de verweersters in cassatie, [verweerster 1] en [verweerder 2], die eiseres en haar inmiddels overleden echtgenoot op 5 november 1998 hebben gedagvaard. De verweersters vorderden onder andere dat de rechtbank zou verklaren dat er op 7 maart 1994 een koopovereenkomst was gesloten voor de koopsom van ƒ 200.000,-- met betrekking tot een onroerende zaak. Eiseres heeft de vordering bestreden en in reconventie een bedrag van ƒ 115.534,58 gevorderd van de verweersters. De rechtbank heeft op 18 mei 2001 in conventie de primaire vordering grotendeels toegewezen en in reconventie de vordering afgewezen. Eiseres heeft hoger beroep ingesteld, waarop de verweersters incidenteel hoger beroep hebben ingesteld. Het hof heeft in verschillende tussenarresten de zaak behandeld en uiteindelijk in het eindarrest van 27 juli 2004 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, met veroordeling van eiseres tot betaling van een bedrag aan de verweersters.
Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO.