ECLI:NL:HR:2006:AV0735
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis van de Politierechter in verband met persoonsverwisseling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 maart 2006 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage, gedateerd 21 augustus 2002. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. W.B. Teunis, stelde dat hij ten tijde van het gepleegde feit in Marokko verbleef, wat zou wijzen op een persoonsverwisseling. Bij de aanvrage zijn verschillende documenten gevoegd, waaronder een kopie van het paspoort van de aanvrager met in- en uitreisstempels, en verklaringen van zijn zusters die bevestigen dat zij samen met de aanvrager in Marokko waren. De Hoge Raad oordeelde dat de inhoud van deze stukken steun biedt voor de stelling van de aanvrager. De Advocaat-Generaal, mr. Wortel, concludeerde dat de aanvrage gegrond was en dat de zaak opnieuw behandeld moest worden door het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De Hoge Raad verklaarde de aanvrage tot herziening gegrond en beval de opschorting van de tenuitvoerlegging van het eerdere vonnis. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof voor een nieuwe behandeling, waarbij de Hoge Raad opmerkte dat er ernstige twijfels bestonden over de identiteit van de aangehouden verdachte, wat had kunnen leiden tot een vrijspraak indien de Politierechter op de hoogte was geweest van deze feiten.