ECLI:NL:HR:2006:AV4158
Hoge Raad
- Cassatie
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen beschikking ex artikel 12 Sv
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door klaagster tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 10 maart 2005. De klaagster, geboren in 1978 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft het beroep ingesteld via haar advocaat, mr. E.M. Richel uit Rotterdam. De Advocaat-Generaal, Wortel, heeft geconcludeerd dat de klaagster niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat volgens artikel 445 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) beroep in cassatie tegen beschikkingen alleen openstaat in de gevallen die in dat wetboek zijn bepaald. Aangezien er geen specifieke bepaling is die het mogelijk maakt om tegen de onderhavige beschikking cassatie in te stellen, kan de klaagster niet in haar beroep worden ontvangen. De argumenten die in de schriftuur zijn aangevoerd, doen hier niets aan af.
Op 25 april 2006 heeft de Hoge Raad, onder leiding van voorzitter J.P. Balkema en de raadsheren A.J.A. van Dorst en H.A.G. Splinter-van Kan, in raadkamer besloten dat de klaagster niet-ontvankelijk is in haar cassatieberoep. Deze beslissing is openbaar uitgesproken tijdens de terechtzitting op dezelfde datum.