ECLI:NL:HR:2006:AV4978
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift tegen beslag op onroerende zaak in Engeland
In deze zaak gaat het om een klaagschrift dat is ingediend door een klager tegen een beslag dat is gelegd op een onroerende zaak in Engeland. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Breda, die op 20 mei 2005 het klaagschrift van de klager ongegrond heeft verklaard. De klager, die op dat moment zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland was, stelde dat hij de enige eigenaar was van het in beslag genomen pand. De Rechtbank had echter geoordeeld dat de stukken van het SFO, waaronder een uittreksel van HM Land Registry, niet voldoende bewijs boden dat het pand uitsluitend aan de klager toebehoorde. De Hoge Raad bevestigt het oordeel van de Rechtbank en oordeelt dat de uitleg van het klaagschrift door de Rechtbank niet onbegrijpelijk is. De klager had in zijn klaagschrift gesteld dat hij de enige eigenaar was, maar de rechtbank had vastgesteld dat er tegenstrijdigheden waren in de eigendomsverhoudingen van het pand. De Hoge Raad concludeert dat de middelen van de klager niet tot cassatie kunnen leiden en verwerpt het beroep. De beschikking van de Rechtbank blijft daarmee in stand.