ECLI:NL:HR:2006:AV5007

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 april 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01772/05 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • C.J.G. Bleichrodt
  • J.P. Balkema
  • A.J.A. van Dorst
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de Rechtbank in beslagzaken gerelateerd aan buitenlandse onderzoeken

In deze zaak gaat het om een klaagschrift tegen het beslag op een appartement in Turkije. De Rechtbank te Breda verklaarde zich onbevoegd om op het klaagschrift te beslissen, onder verwijzing naar een bijlage uit een SFO-rapport. Dit rapport zou aantonen dat het beslag in het kader van een Turks onderzoek was gelegd. De Hoge Raad oordeelt echter dat de Rechtbank niet voldoende heeft gemotiveerd waarom zij zich onbevoegd verklaarde. De bijlage waar de Rechtbank zich op baseerde was in de Turkse taal en er was geen bewijs dat deze bijlage was vertaald of geïnterpreteerd. Hierdoor is het oordeel van de Rechtbank dat er geen beslag is gelegd in het kader van een Nederlands strafrechtelijk financieel onderzoek niet begrijpelijk. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de Rechtbank en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling van het klaagschrift. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke en begrijpelijke motivering bij beslissingen over bevoegdheid in beslagzaken, vooral wanneer buitenlandse elementen een rol spelen.

Uitspraak

18 april 2006
Strafkamer
nr. 01772/05 B
LR/SM
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Breda van 20 mei 2005, nummer RK 05/269, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klaagster], zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. De bestreden beschikking
De Rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om op het klaagschrift een beslissing te geven.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft mr. A.G. van der Plas, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot zodanige op art. 448 Sv berustende beslissing als aan de Hoge Raad gepast voorkomt.
3. Beoordeling van het middel
3.1. Het middel bevat de klacht dat de Rechtbank zich ten onrechte onbevoegd heeft verklaard, althans dat dit oordeel ontoereikend is gemotiveerd.
3.2. Blijkens de bestreden beschikking heeft de Rechtbank het volgende overwogen, voorzover voor de beoordeling van het middel van belang:
"De rechtbank overweegt naar aanleiding van het klaagschrift en het verhandelde in raadkamer van de rechtbank het volgende.
In 1998 is de volgende zaak in beslag genomen:
- een appartement [a-straat 1].
Uit het SFO-rapport, bijlage E-28, pagina's 731 tot en met 734 en uit het in het in het SFO-rapport gegeven resumé (conservatoir) beslag (pagina's 103 en 104) blijkt dat op het hiervoor genoemde appartement [a-straat 1], beslag is gelegd door de Turkse Staat in het kader van een in Turkije lopend witwas-onderzoek. Nu op het onderhavige onroerende goed geen beslag is gelegd in het kader van het in Nederland lopende financieel onderzoek is de rechtbank van oordeel dat zij niet bevoegd is om op het onderhavige klaagschrift een beslissing te geven."
3.3. In aanmerking genomen dat voormelde bijlage E-28 in de Turkse taal is gesteld en uit de aan de Hoge Raad toegezonden stukken niet blijkt dat die bijlage is vertaald of vertolkt, is het mede op die bijlage steunende oordeel van de Rechtbank dat op het onderhavige onroerende goed geen beslag is gelegd in het kader van een Nederlands strafrechtelijk financieel onderzoek, niet begrijpelijk.
3.4. Voorzover het middel daarover klaagt, is het terecht voorgesteld.
4. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
Vernietigt de bestreden beschikking;
Verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en A.J.A. van Dorst, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 april 2006.