ECLI:NL:HR:2006:AX0965
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voorlopige aanslag en verplicht ziekenfondsverzekerd zijn voor zelfstandigen
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de vraag of de belanghebbende, die sinds november 1999 winst uit onderneming geniet, voor het jaar 2001 verplicht ziekenfondsverzekerd is op basis van de Ziekenfondswet (Zfw). De Inspecteur had eerder verklaard dat de belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 3d, lid 1, van de Zfw. Na bezwaar van de belanghebbende handhaafde de Inspecteur deze beschikking, waarop de belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de uitspraak van de Inspecteur, waarbij het Hof oordeelde dat de voorlopige aanslag niet kon gelden als een voorlopige aanslag in de zin van de Regeling tijdvak en inkomen ziekenfondsverzekering zelfstandigen.
In cassatie heeft de Hoge Raad vastgesteld dat de Inspecteur zich terecht heeft gebaseerd op de gegevens die op de peildatum bekend waren, en dat de voorlopige aanslag niet als zodanig kon worden aangemerkt. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de (te verwachten) winst uit onderneming in de beoordeling moest worden meegenomen. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verklaarde het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur ongegrond. De Hoge Raad concludeert dat de door het Hof aangenomen bedoeling van de regelgever onvoldoende steun vindt in de Regeling of de toelichting daarop, en dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven.