ECLI:NL:HR:2006:AX1086
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Liquidatie-uitkering van emigrerende vennootschap en belastingheffing
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, een inwoner van België, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997, waarbij een belastbaar inkomen van ƒ 1.977.456 was vastgesteld. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag ambtshalve verminderd, maar het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de liquidatie-uitkering die belanghebbende heeft ontvangen van een vennootschap die als inwoner van België wordt aangemerkt, niet onderhevig is aan Nederlandse belastingheffing. De Hoge Raad oordeelt dat de vennootschap, die op het moment van liquidatie in België gevestigd was, niet als inwoner van Nederland kan worden beschouwd. Dit betekent dat Nederland geen inkomstenbelasting kan heffen op de liquidatie-uitkering die belanghebbende heeft ontvangen.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur, en vermindert de aanslag tot een belastbaar binnenlands inkomen van ƒ 247.402. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende. De uitspraak van het Hof kan niet in stand blijven, en de overige middelen behoeven geen behandeling meer. Dit arrest is gewezen op 12 mei 2006.