ECLI:NL:HR:2006:AY6003
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en dubbele belasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 mei 2004, betreffende de hem voor het jaar 2000 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 84.459, met een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting van ƒ 5152. Na bezwaar tegen de aanslag, heeft de Inspecteur deze gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet heeft kunnen rekening houden met een eerder arrest van de Hoge Raad van 23 september 2005, waarin de berekeningsmethode voor dubbele belasting gedeeltelijk is herzien. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven, omdat het bewijsoordeel van het Hof steunt op een methode die niet meer geldig is. De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling.
Daarnaast wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en wordt de Staat aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden. Dit arrest is gewezen op 11 augustus 2006, door de raadsheren P.J. van Amersfoort, A.R. Leemreis en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.